Kaspers moeder denkt dat ze – moeilijk woord! – de reïncarnatie van Marilyn Monroe is. En zijn vader, die – nog een moeilijk woord! – psychiater is, gelooft dat ook, of laat haar in de waan. De gelijkenissen zijn er. Ook de moeder van Kasper heeft een moeilijke jeugd gehad. En net als Marilyn kreeg zij een filmcontract voor een bijrolletje dat in de montagekamer sneuvelde. Tot zover haar filmcarrière, maar Kasper steunt zijn mama voluit.
Er is voor Kasper ook een manier om te ontsnappen aan die waanzin. Hij sluit vriendschap met Melaku, een Ethiopische vluchteling, die een belwinkel uitbaat. En hij wordt verliefd op Caroline.
Marilyn vertelt in compacte en krachtige scènes hoe een jongen van pakweg veertien en een ¼ zich staande probeert te houden in een uitdijende wereld. Een geestige, beeldende, vindingrijke, zwarte tragikomedie.