Wie Leonardo da Vinci zegt, denkt aan Het Laatste Avondmaal, de Mona Lisa en zijn vele uitvindingen. Maar Leonardo (1452-1519) was ook een productief prozaschrijver. De taal van de humanisten was hem onbekend en hij schreef in het Toscaans. ‘Omdat ik niet geletterd ben, zullen ze zeggen dat ik niet goed kan uitdrukken wat ik wil behandelen. Nu weten die mensen niet dat mijn onderwerpen meer teruggaan op de ervaring dan op andermans woorden.’
Bij leven publiceerde hij niets, maar zijn nalatenschap bevatte duizenden vellen met losse invallen, annotaties, aanzetten van traktaten. Er zijn allegorieën en filosofische overwegingen, fabels en een bestiarium, voorspellingen en raadsels, grappige verhalen en fantastische evocaties, gedachten over de waarde van kennis en de betekenis van kunst. Aantekeningen vol persoonlijke herinneringen, brieven en boekenlijsten geven een bijzondere inkijk in zijn persoonlijk leven.
Leonardo literair laat Leonardo vijfhonderd jaar na zijn dood zelf aan het woord in een gevarieerde selectie uit zijn aantekeningen.
Quotes:
‘De woordkunstenaar Leonardo, die in deze boeiende en gevarieerde bloemlezing tot leven komt, is wellicht de minst bekende gedaante van deze universele mens, maar hij staat niet los van al zijn andere talenten.’ Kunst Tijdschrift Vlaanderen - Johan De Haes