‘Ik zie het al. Uw moeder heeft het niet al te zwaar gehad.’
De journaliste van het handwerkblad voelt blijkbaar dat ik boos word.
‘Ik bedoel relatief gezien dan. Want dit is best goede stof. Ik heb borduurwerk uit andere kampen gezien. Dat was veel armoediger.’
Na de dood van zijn moeder zag Gé Reinders voor het eerst het zakdoekje dat ze had nagelaten en hij was erg van slag. Op dit zakdoekje heeft ze, in kettingsteek, het beknopte dossier van haar verzwegen oorlogsgeschiedenis geborduurd.
‘Alles wat we, onafgesproken, geprobeerd hebben samen te verstoppen staat hier in een paar regels en roept: “Zie je wel!”. Misschien heeft onze moeder het relatief dan niet al te zwaar gehad. Maar deze geschiedenis heeft haar én haar nageslacht zwaar getekend.’
‘Waarom is ze eigenlijk opgepakt?’ vraagt de journaliste.
‘Dat heeft ze nooit verteld,’ zeg ik, zoals ik al jaren verteld heb. Ik besluit te gaan zoeken naar wat er nu nog te vinden is.’