De oudste versie van Lazarillo van Tormes
die bewaard is gebleven dateert
van 1554, het jaar waarin maar liefst
drie uitgaven van het boek verschenen.
Over de auteur bestaat grote
onzekerheid, zodat het werk meestal
anoniem is uitgegeven.
Het boek vertelt realistisch en humoristisch
het levensverhaal van de
jonge Lázaro, die achtereenvolgens in
dienst treedt van een blinde bedelaar,
een gierige priester, een edelknaap en
nog enkele andere meesters. Lazarillo
is een echte pícaro, een schelm uit de
zelfkant van de samenleving (maar
met een goed hart), die ironisch, soms
zelfs cynisch, vertelt van zijn droevige
lot, waarbij niet zelden de clerus
het moet ontgelden. Het werkje werd
dan ook in 1559 op de index geplaatst
en in 1579 opnieuw, maar nu ‘gezuiverd’,
uitgegeven. Lazarillo van Tormes
was tijdenlang net zo beroemd als de
Spaanse klassiekers Don Quichot en La
Celestina. Bredero ontleende aan het
boek de twee hoofdfiguren van zijn
Spaansche Brabander: Joncker Jerolimo
Rodrigo en zijn knecht Robbeknol.