Ooit stond religiekritiek in hoog aanzien bij de culturele elite. De ‘toon van het debat’ kon niet hard en beledigend genoeg zijn. Het was de tijd dat je bewondering oogstte als je een CDA-politcus vergeleek met de nazi-officier Adolf Eichmann. Tegenwoordig geldt nog steeds: wie het christendom en de kerk bekritiseert, is een held en wordt op het schild gehesen, want dat is gezonde en vooruitstrevende religiekritiek. Maar wie de islam en de moskee bevraagt, is volgens die culturele elite al snel een racist of ten minste een benepen conservatief.
Waar komt die dubbele standaard vandaan? In Hitler in de polder & Vrij van God legt Joost Zwagerman de morele verwarring en verdooldheid bloot van een belangrijk deel van de Nederlandse opiniemakers en publicisten.