Gedichten voor gelukkige mensen

Bart Moeyaert

In Gedichten voor gelukkige mensen maakt een dichter een reis door zijn stad, op zoek naar verhalen van nieuwkomers en thuisblijvers, van verliefden en eenzamen. Hij observeert niet alleen: hij is onderdeel van de verhalen, nieuwkomer en thuisblijver tegelijk, verliefd en eenzaam beide. ‘Het is alsof de lucht / mijn deken is en ik / mijn hoofd het liefst / te rusten leg op het kussen / van mijn longen, de plek / waar ik mijn hartslag hoor / in vierkwartsmaat: / dat ik besta, dat ik besta.’