W.A.-man, de geschiedenis van een fascist, werd tijdens de Duitse bezetting van ons land geschreven (1943) en verscheen in 1944 als ondergrondse uitgave. In de rij van Theun de Vries’ oorlogsnovellen en -romans is het een klein meesterwerk, dat om zijn tekening van mensen en milieu door Simon Vestdijk vergeleken is met Sartres ‘L’enfance d’un chef’. Met de indringende vertellingen De pook (1947) en Roest (1958) vormt het een drieluik over het leven vóór, tijdens en na de bezettingsjaren in Amsterdam, waarbij de stad zelf door beproevingen en seizoenen heen als levend organisme meespeelt.