Aan nederlagen geen gebrek

Brieven en documenten 1988-1994

Arnon Grunberg

Op zeventienjarige leeftijd neemt Arnon Grunberg een kloek besluit: hij verlaat het Vossius Gymnasium zonder diploma en maakt zich los van het ouderlijk huis, waarin de oorlog nog altijd voortwoedt. Acteur wil hij worden, toneelschrijver en dichter. In Aan nederlagen geen gebrek volgen we de carrière van de jonge Grunberg via de brieven waarmee hij zijn omgeving bestookt. We lezen hoe hij zijn geluk in de toneelwereld beproeft en hoe zijn avontuur als uitgever van Kasimir (voor niet-arische Duitse literatuur) op een catastrofe uitloopt. De vurige liefdes die hij voor actrices en serveersters opvat, blijven onbeantwoord. Met een schuld, die inmiddels tot een ton is opgelopen, lijkt de enige uitweg nog de ontsnapping naar een booreiland. Maar onverwacht keert het tij met de verschijning van zijn debuutroman Blauwe maandagen.

‘Ik denk dat je door te schrijven iemand helemaal gek op je kunt laten worden, sterker nog, totaal in je ban kunt laten geraken. En dat denk ik niet alleen, ik wil het ook bewijzen. Het is me nog niet gelukt, dat geef ik toe, maar het zal me lukken. Misschien lukt het me zelfs om iemand helemaal gek te maken van geilheid. Met woorden. Alleen met woorden. Als dat lukt heb ik wel de P.C.Hooft-prijs verdiend.’